Le Roi détermine, par arrêté pris sur avis de la CBFA, les conditions sous lesquelles les sociétés de gestions d'organismes de placement collectif peuvent confier à un tiers l'exercice de la fonction de gestion visée à l'article 3, 9º, a), pour les organismes de placement collectif gérés qui ont opté pour une catégorie de placements autorisés autre que celles visées à l'article 7, alinéa 1, 1º ou 2º;
De Koning bepaalt, bij besluit genomen na advies van de CBFA, de voorwaarden waaronder de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging aan een derde de uitoefening mogen toevertrouwen van de beheertaken als bedoeld in artikel 3, 9º, a) voor de beheerde instellingen voor collectieve belegging die voor een andere categorie van toegelaten beleggingen hebben geopteerd dan bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1º of 2º;