4. L’État membre d’origine exige de l’ARM qu’il ait mis en place des systèmes capables de vérifier efficacement l’exhaustivité des déclarations de transactions, de repérer les omissions et les erreurs manifestes dues à l’entreprise d’investissement et, lorsqu’une telle erreur ou omission se produit, qu’il communique les détails de cette erreur ou omission à l’entreprise d’investissement et demande une nouvelle transmission des déclarations erronées le cas échéant.
4. De lidstaat van herkomst schrijft voor dat het ARM over systemen beschikt die transactiemeldingen doeltreffend op volledigheid kunnen controleren, door de beleggingsonderneming veroorzaakte omissies en aperte fouten kunnen opsporen en, wanneer zich een fout of een omissie voordoet, nadere bijzonderheden over de fout of de omissie aan de beleggingsonderneming kunnen meedelen en om de hernieuwde transmissie van eventuele foutmeldingen kunnen verzoeken.