2. Les autorités compétentes peuvent autoriser les établissements de c
rédit à dépasser le plafond fixé à l'article 13, paragraphe 4,
pour les emprunts subordonnés, si elles le jugent approprié d'un point de vue prudentiel et à condition
que le total de ces emprunts subordonnés et des éléments visés à l'article 57, points d) à h), de la directive 2006/48/CE ne dépasse pas 250 % des fonds propres de base résiduels en vue de satisfaire aux exigences calculées conformément aux
...[+++] articles 28 à 32 et aux annexes I et III à VI de la présente directive.
2. De bevoegde autoriteiten kunnen kredietinstellingen toestaan de in artikel 13, lid 4, gestelde grenswaarde voor achtergestelde leningen te overschrijden, als zij dit vanuit prudentieel standpunt aanvaardbaar achten, en mits het totaal van deze achtergestelde leningen en de in artikel 57, onder d) tot en met h), van Richtlijn 2006/48/EG bedoelde bestanddelen niet meer bedraagt dan 250 % van het oorspronkelijke eigen vermogen dat resteert om aan de overeenkomstig de artikelen 28 tot en met 32 en de bijlagen I en III tot en met VI van deze richtlijn berekende vereisten te voldoen.