26. relève que les procédures actuelles ne donnent pas aux citoyens d'autre droit que celui de présenter une plainte et que la Commission, en tant que gardienne des traités, a un large pouvoir de discrétion pour enregistrer une plainte et engager une procédure; estime qu'aucune règle du traité, non plus que la jurisprudence de la Cour de justice, n'interdisent de conférer, par des instruments réglementaires spécifiques, des droits
supplémentaires aux plaignants, et demande par conséquent à la Commission de travailler à l'adoption de tels instruments; se dit convaincu que cette prérogative impo
rtante et exclusive ...[+++]devrait avoir pour contrepartie un devoir de transparence et une obligation de rendre compte des raisons pour lesquelles les décisions sont prises, notamment les décisions de ne pas donner suite à une plainte; 26. stelt vast dat de bestaande procedures de burgers alleen het recht geven een klacht in te dienen en dat de Commissie, als hoedster van het Verdrag, een ruime discretionaire bevoegdheid heeft wanneer het om de beslissing gaat een klacht te registreren en een procedure in te stellen; is van mening dat geen enkele regel van het Verdrag, noch de rechtspraak van het Hof van Justitie verbiedt om via specifieke regelgevingsinstrumenten bijkom
ende rechten aan de klagers toe te kennen, en verzoekt derhalve de Commissie te werken aan de vaststelling van dergelijke instrumenten; is overtuigd dat dit belangrijk is en dat deze bijzondere bevoeg
...[+++]dheid gepaard dient te gaan met een verplichting tot transparantie en verantwoordingsplicht aangaande de redenen waarom een bepaald besluit wordt genomen, met name wanneer geen procedure wordt ingeleid;