La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 145, § 3bis, précité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il crée une double différence de traitement : d'une part, entre les prévenus, suivant qu'ils sont poursuivis sur la base de cette disposition ou sur la base de l'article 442bis du Code pénal réprimant
le harcèlement, une plainte de la personne qui se
prétend harcelée n'étant requise que dans le second cas; d'autre part, entre les justiciables importunant des tiers suivant qu'ils utilisent un moy
en de comm ...[+++]unication électronique ou un autre moyen de communication, seuls les premiers pouvant, en vertu de la disposition en cause, faire l'objet de poursuites.Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van het voormelde artikel 145, § 3bis, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een dubbel verschil in behandeling teweegbrengt : enerzijds, tussen de beklaagden, naargelang zij worden vervolgd op grond van die bepaling of op grond van artikel 442bis van het Strafwetboek dat de belaging bestraft, waarbij een klacht van de persoon die beweert te worden belaagd, enkel in het tweede geval is vereist; anderzijds, tussen de rechtzoekenden die overlast bezorgen aan derden
naargelang zij een elektronisch communicatiemiddel of een ander communicatiemiddel gebruiken, waa
...[+++]rbij enkel de eerstgenoemden krachtens de in het geding zijnde bepaling kunnen worden vervolgd.