3. Bien que le texte de loi ne fasse état que de " revente " (article 212 du Code des droits d'enregistrement), la doctrine reconnaît qu'il suffit, pour l'application de cette disposition, que la revente soit fiscalement - c'est-à-dire au regard des dispositions régissant la perception des droits d'enregistrement - considérée comme une vente d'un bien immeuble, même si cette transaction ne possède pas cette qualification sur le plan civil (voir Werdefroy F., oc, n° 417, page 349).
Alhoewel de wettekst (artikel 212 van het Wetboek der registratierechten) enkel spreekt van " wederverkoop " , neemt de rechtsleer aan dat het voor de toepassing van die bepaling volstaat dat de wederverkoop fiscaal, namelijk voor de heffing van de registratierechten, als een verkoop van een onroerend goed wordt beschouwd, ook al geniet hij die kwalificatie niet op burgerlijk vlak (zie Werdefroy F., oc, nr. 417, blz. 349).