2. Lorsqu’il envisage la possibilité d’un débarquement dans un pays tiers, dans le cadre de la planification d’une opération en mer, l’État membre d’accueil, en coordination avec les États membres participants et l’Agence, tient compte de la situation générale dans ce pays tiers.
2. Wanneer, in het kader van de planning van een operatie op zee, de mogelijkheid tot ontscheping in een derde land wordt overwogen, houdt de ontvangende lidstaat, in samenspraak met de deelnemende lidstaten en het Agentschap, rekening met de algemene situatie in dat derde land.