33. considère que la validité provisoire des actes délégués relatifs aux plans de rejets, y compris aux changements des tailles minimales de référence de conservation, ne devrait en aucun cas dépasser la limite de trois ans, qu'ils devraient être remplacés, le cas échéant, par un plan pluriannuel, et qu'à cet effet; les plans pluriannuels doivent dès lors être adoptés dès possible;
33. meent dat de tijdelijke geldigheid van gedelegeerde handelingen met betrekking tot de teruggooiplannen, met inbegrip van de aanpassingen van de op instandhouding gerichte minimummaten, in geen geval langer mag duren dan drie jaar en dat ze in voorkomend geval vervangen moeten worden door een meerjarenplan, en dat de meerjarenplannen daartoe zo spoedig mogelijk vastgesteld moeten worden;