Le preneur d'engrais pour lesquels le producteur avait une attestation valable, telle que visée à l'article 4, au moment de la fourniture, statuant que l'engrais concerné est un autre engrais contenant de l'azote lentement libéré ou un effluent d'élevage traité contenant de l'azote lentement libéré, peut utiliser cet engrais lors de la fertilisation du trou de plantation, de plantations le long des routes ou de plantations de bois, en exécution de l'article 12, § 1, deuxième alinéa, 3°, du Décret sur les engrais.
De afnemer van meststoffen waarvoor de producent op het moment van de levering een geldig attest als vermeld in artikel 4, had dat stelde dat de betrokken meststof een andere meststof met traag vrijkomende stikstof of bewerkte dierlijke mest met traag vrijkomende stikstof is, kan, ter uitvoering van artikel 12, § 1, tweede lid, 3°, van het Mestdecreet, die meststof gebruiken bij de bemesting van de plantput, bij aanplantingen langs wegen of bij bosaanplantingen.