2. Les États membres fixent le montant des droits au paiements prévus au paragraphe 1 pour les superficies plantées en vigne qui ont été arrachées en application du présent chapitre à la moyenne régionale de la valeur des droits au paiement de la région correspondante, ce montant ne pouvant en aucun cas excéder 350 EUR par hectare .
2. De lidstaten stellen het bedrag van de in lid 1 bedoelde toeslagrechten voor met wijnstokken beplante oppervlakten die overeenkomstig dit hoofdstuk zijn gerooid, vast op het regionale gemiddelde van de waarde van de toeslagrechten van de betrokken regio, met dien verstande dat het bedrag in geen geval hoger mag zijn dan 350 euro/ha .