»; 2. « En ne prévoyant pas, dans l'habilitation légale donnée au Roi de déterminer les modalités de calcul,
de perception et de recouvrement de la cotisation d'affiliation d'office due par les employeurs qui, au sens de l'article 59, 4°, de la loi du 10 avril 1971, ' s'abstiennent de conclure un contrat d'as
surance ' contre le risque d'accident du travail, le pouvoir de fixer par arrêté royal les conditions auxquelles cette sanction de nature pénale pourrait le cas échéant être assortie d'un sursis, l'article 59quater de ladite loi
...[+++]ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il a pour effet, sans justification raisonnable au regard des objectifs poursuivis par ladite loi, de traiter de façon identique des employeurs se trouvant dans des situations différentes au regard du respect de leurs obligations en matière: d'une part, l'employeur qui s'abstient, délibérément, de contracter une police d'assurance auprès d'un assureur-loi aux fins de couvrir son personnel salarié contre le risque d'accident du travail; et, d'autre part, l'employeur qui, bien qu'ayant conclu à l'origine une telle police lorsqu'il a entamé son activité, se trouve à un moment donné en défaut d'assurance du fait qu'il n'a pas, par exemple en raison de difficultés temporaires de trésorerie, payé à leur échéance les primes dues à l'assureur-loi en exécution de cette police, et dont il est constaté par ailleurs qu'il a entre-temps régularisé sa situation et poursuivi son activité avec du personnel salarié en respectant désormais ses obligations en la matière ?»; 2. « Schendt artikel 59quater van de wet van 10 april 1971, door in de aan de Koning verleende wettelijke machtiging om de wijze van berekening, inning en invordering te bepalen van de bijdrage voor ambtshalve aansluiting die verschuldigd is door de werkgevers die, in de zin van artikel 59, 4°, van de genoemde wet, ' verzuimen een verzekeringscontract af te sluiten ' tegen het risico van een arbeidsongeval, niet te voorzien in de bevoegdheid om bij koninklijk besluit de voorwaarden vast te leggen waaronder die sanctie van strafrechtelijke aard
in voorkomend geval gepaard zou kunnen gaan met een uitstel, de artikelen 10 en 11 van de G
...[+++]rondwet in zoverre het, zonder redelijke verantwoording ten aanzien van de met de genoemde wet nagestreefde doelstellingen, tot gevolg heeft dat werkgevers die zich ten aanzien van de naleving van hun verplichtingen ter zake in verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld : enerzijds, de werkgever die bewust afziet van het afsluiten van een verzekeringspolis bij een wetsverzekeraar teneinde zijn loontrekkend personeel tegen het risico van een arbeidsongeval te dekken; en, anderzijds, de werkgever die, hoewel hij oorspronkelijk een dergelijke polis heeft afgesloten toen hij zijn activiteit heeft aangevangen, op een bepaald ogenblik niet is verzekerd omdat hij, bijvoorbeeld wegens tijdelijke liquiditeitsproblemen, de ter uitvoering van die polis aan de wetsverzekeraar verschuldigde premies niet op de vervaldag ervan heeft betaald, en van wie daarenboven wordt vastgesteld dat hij zijn situatie intussen heeft geregulariseerd en zijn activiteit met loontrekkend personeel heeft voortgezet door zijn verplichtingen ter zake inmiddels na te leven ?