18. exprime une fois de plus sa préoccupation co
ncernant le respect plein et concret du droit à la liberté de religion pour toutes les minorités religieuses d'un certain nombre de pays tiers; insiste,
à cet égard, sur l'idée que la liberté de culte n'est que l'un des aspects de la liberté de religion, laquelle inclut également le droit de changer de religion et celui de professer sa religion dans l'enseignement, la pratique et le respect de ses rites aux niveaux individuel et collectif, en privé, en public et au niveau institutionnel
...[+++]; souligne, à cet égard, que le caractère public est essentiel à la liberté de religion et qu'empêcher les fidèles des religions chrétiennes et les autres d'exprimer publiquement leur foi, en réduisant ainsi celle-ci à un phénomène privé, porte gravement atteinte à leur droit à la liberté de religion; 18. herhaalt zijn bezorgdheid over de volledige en doeltreffende eerbiediging van het recht op godsdienstvrijheid voor alle religieuze minderheden in een aantal derde landen; benadrukt in dit verband dat de vrijheid van eredienst slechts één aspect is van het recht op vrijheid van godsdienst, omdat dit laatste ook de vrijheid omvat van godsdienst te veranderen en zijn godsdienst te tonen door onderwijs, praktijk en observantie, op individueel, collectief, particulier, publiek en institutioneel niveau; onderstreept in dit verband dat het openbare aspect de kern van religieuze vrijheid vormt en dat het recht op godsdienstvrijheid ernstig g
eschonden wordt als christenen en andere ...[+++]n verboden wordt hun geloof in het openbaar te belijden, waardoor hun godsdienst tot een privéfenomeen gereduceerd wordt;