De même, lorsqu'il a inséré l'article 1675/13bis, le législateur a précisé qu'il s'indiquait de permettre au juge d'accorder une remise totale de dettes « lorsqu'il s'agit de la seule réponse socialement admissible, et de nature à assurer au principe du respect de la dignité humaine sa pleine effectivité » et que « des mesures d'accompagnement peuvent être décidées par le juge » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-1309/001, p. 21).
Evenzo, toen hij artikel 1675/13bis heeft ingevoegd, heeft de wetgever gepreciseerd dat het aangewezen was aan de rechter de mogelijkheid te bieden een volledige kwijtschelding van schulden toe te kennen « indien dit het enige sociaal toelaatbare antwoord is en dit van aard is om volledig te beantwoorden aan het principe van het respecteren van de menselijke waardigheid » en dat « de rechter begeleidende maatregelen [kan] opleggen » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1309/001, p. 21).