2. Lorsqu'une compagnie financière holding mixte relève de dispositions équivalentes de la présente directive et de la directive 2006/48/CE, notamment en ce qui concerne les exigences d’adéquation des fonds propres consolidés ou la surveillance fondée sur le risque, l'autorité compétente pour exercer la surveillance complémentaire peut, en accord avec le superviseur sur une base consolidée du secteur bancaire ou du secteur des services d'investissement,, n'appliquer que la disposition de la directive applicable au secteur le plus important selon la définition de l'article 3, paragraphe 2, de la directive 2002/87/CE.
2. Indien een gemengde financiële holding onderworpen is aan gelijkwaardige bepalingen van zowel deze richtlijn als van Richtlijn 2006/48/EG, met name in termen van vereisten voor toereikend kapitaal en risicogebaseerd toezicht, kan de met de uitoefening van het aanvullende toezicht belaste bevoegde autoriteit, in onderlinge overeenstemming met de consoliderende toezichthouder van de sector banken en de sector beleggingsdiensten, besluiten om alleen de gelijkwaardige bepaling toe te passen van de richtlijn van de belangrijkste sector als omschreven in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG.