En cas de disparité, le ou les membres les plus récemment nommés de la partie en surnombre ne peuvent participer au vote; en vue de rétablir la parité le président, ou l'administrateur général en cas d'application de l'article 6, alinéa 3, désigne ce ou ces membres avant de procéder au vote.
Bij een ongelijk aantal mag het jongst benoemde lid of mogen de jongst benoemde leden van de boventallige partij niet aan de stemming deelnemen; dit lid (deze leden) wordt (worden) vóór de stemming door de voorzitter, of ingeval van toepassing van artikel 6, derde lid door de administrateur-generaal aangeduid teneinde de pariteit te herstellen.