En l'absence d'une telle détermination de la PML, ou si le ministre a déclaré la PML ainsi déterminée manifestement déraisonnable, le ministre établit et ajuste au fur et à mesure le montant de la PML, de bonne foi et en s'appuyant le cas échéant sur l'assistance du ou des experts qu'il choisit.
Bij ontstentenis van een dergelijke bepaling van het PML, of als de minister verklaard heeft dat het aldus vastgelegde PML kennelijk onredelijk is, bepaalt de minister het bedrag van het PML en past het naderhand aan, te goeder trouw en desgevallend door beroep te doen op (een) door hem gekozen deskundige(n).