Elles doivent en outre présenter un programme d'activités (articles 8, paragraphe 1, point c) et 9), posséder le minimum du fonds de garantie (articles 8, paragraphe 1, point d) et 17), et être dirigées de manière effective par « des personnes qui remplissent les conditions requises d'honorabilité et de qualification ou d'expérience professionnelles » (article 8, paragraphe 1, point e), complété par la troisième directive).
Voorts moeten zij een « programma van werkzaamheden » voorleggen (artikelen 8, lid 1, onder c) en 9), beschikken over een minimumgarantiefonds (artikelen 8, lid 1, onder d) en 17), en daadwerkelijk worden bestuurd door « personen van goede reputatie met voldoende beroepskwalificaties of -ervaring » (artikel 8, lid 1, onder e), zoals aangevuld door de derde richtlijn).