Si, à l’expiration de la période visée à l’article 20, paragraphe 2, point b), les mesures de contrôle restent nécessaires, l’autorité compétente de l’État d’émission peut demander à l’autorité compétente de l’État d’exécution de prolonger le suivi des mesures de contrôle compte tenu des circonstances propres à l’affaire en cause et des conséquences prévisibles pour la personne si l’article 11, paragraphe 2, point d), était appliqué.
Indien bij het verstrijken van de in artikel 20, lid 2, onder b), bedoelde termijn de toezichtmaatregelen nodig blijven, kan de bevoegde autoriteit in de beslissingsstaat de bevoegde autoriteit in de tenuitvoerleggingsstaat verzoeken het toezicht op de naleving van de maatregelen te verlengen in het licht van de gegeven omstandigheden en de te voorziene gevolgen voor de betrokkene indien artikel 11, lid 2, onder d), van toepassing zou zijn.