Art. 28. Le titulaire de l'autorisation de transport s'assure de la présence d'un système de régulation de pression de manière à ce que, dans des conditions normales d'exploitation, la pression n'excède, en aucun point des installations, un certain pourcentage de la MAOP, tel que défini dans les Codes techniques.
Art. 28. De houder van de vervoersvergunning verzekert zich van de aanwezigheid van een drukregelingsysteem zodat, onder normale exploitatievoorwaarden, de druk op geen enkel punt van de installaties een bepaald percentage van de MAOP overschrijdt, zoals bepaald in de Technische Codes.