1. Aux fins de l'évaluation de l'état chimique d'une masse d'eau souterraine ou d'un groupe de masses d'eau souterraine conformément au point 2.3 de l'annexe V de la directive 2000/60/CE, les États membres retiennent les critères suivants:
1. Bij de beoordeling van de chemische toestand van een grondwaterlichaam of een groep grondwaterlichamen overeenkomstig paragraaf 2.3 van bijlage V van Richtlijn 2000/60/EG, gebruiken de lidstaten de volgende criteria: