3. Fouilles de sécurité Les articles 28, § 1 , 4° et 28, § 4 de la loi sur la fonction de police permettent aux fonctionnaires de police, dans le cadre de l'exercice de leurs missions de police administrative, d'une part, de procéder à la fouille de sécurité de toutes les personnes ayant accès à un lieu où l'ordre public est menacé et, d'autre part, d'exécuter des fouilles de sécurité prescrites par l'autorité administrative afin d'assurer la sécurité du transport international.
3. Veiligheidsfouillering De artikelen 28, § 1, 4° en 28, § 4 van de wet op het politieambt bepalen dat de politieambtenaren, bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke politie enerzijds kunnen overgaan tot een veiligheidsfouillering van ieder persoon die toegang heeft tot een plaats waar de openbare orde wordt bedreigd en anderzijds door de bestuurlijke overheid voorgeschreven veiligheidsfouilleringen kunnen uitvoeren om de veiligheid van het internationaal vervoer te verzekeren.