17. souligne que la politique régionale constitue un instrument indispensable pour favoriser la cohésion économique et sociale et que ses principaux objectifs sont la réduction des disparités régionales, la promotion de la convergence réelle et l'amélioration de la croissance et de l'emploi; insiste sur le fait que la politique de cohésion doit être poursuivie et renforcée et devrait toujours demeurer une politique indépendante qui favorise le développement durable (économique, social, environnemental et territorial), la réduction des disparités régionales et le rattrapage des régions les plus pauvres;
17. benadrukt dat het regionaal beleid een onmisbaar instrument is voor het bevorderen van de economische en sociale cohesie, met als belangrijkste doel het verminderen van regionale verschillen, het stimuleren van reële convergentie en het bevorderen van groei en werkgelegenheid; vindt dat het cohesiebeleid moet worden voortgezet en versterkt, en altijd een op zichzelf staand beleid moet blijven dat zich richt op duurzame ontwikkeling (economisch, sociaal, ecologisch, territoriaal), en op verkleining van de verschillen tussen regio's en de achterstand van de armere regio's;