Le but de l'insertion de causes d'excuse tant absolutoires qu'atténuantes dans la loi (modifiée) sur la drogue ressort clairement de l'exposé des motifs où il est dit que : « inspirée par le souci de mener dans le domaine de la drogue une politique criminelle efficace, la loi en projet instaure, dans des conditions précises et strictement délimitées, une cause d'excuse au bénéfice du délinquant.
Het doel van de inlassing van strafuitsluitende, dan wel strafverminderende verschoningsgronden in de (gewijzigde) drugwet blijkt duidelijk uit de memorie van toelichting, waar deze stelt : « Gedreven door de zorg om op het gebied van de verdovende middelen een doeltreffende politiek te voeren, heeft men in het ontwerp van wet, onder precieze en welomlijnde voorwaarden, een verschoningsgrond ingevoerd ten gunste van de delinquent.