2. souligne que, dans un monde globalisé, le marché unique doit garantir le meilleur environnement commercial possible aux entreprises et tenir compte de la nature spécifique et de la diversité des PME afin de favoriser la création d'emplois, l'innovation et les vocations d'entrepreneurs,
la promotion de la figure de l'entrepreneur et le soutien de la pratique entrepreneuriale et de l'emploi indépendant dans toutes les régions de l'Union, y compris les zones rurales; se félicite, dès lors, qu'il soit prévu de réexaminer le "Small Business Act" et de renforcer le principe consistant à accorder la priorité aux petites entreprises ("Think
...[+++]Small First"); souligne le rôle que la politique régionale peut jouer dans la poursuite de l'intégration du marché unique et invite la Commission et les États membres à faciliter l'accès aux fonds européens, particulièrement pour les PME, qui sont l'élément le plus flexible de l'économie européenne; rappelle l'importance des commerces de proximité pour le lien social, l'emploi et le dynamisme des territoires défavorisés, notamment les quartiers urbains en difficulté ou les zones faiblement peuplées; demande qu'un soutien approprié leur soit apporté à travers la politique régionale de l'Union; 2. onderstreept dat de interne markt tegen de achtergrond van de globalisering moet voorzien in een optimaal zakenklimaat voor ondernemingen en aandacht moet besteden aan het specifieke karakter en de diversiteit van kleine en middelgrote ondernemingen, teneinde banengroei, innovatie, ondernemerswaarden, verbetering van het ondernemersprofiel en aanmoediging van ondernemerszin en zelfstandige beroepsactiviteiten in alle regio's van de Europese Unie, met inbegrip van plattelandsgebieden, te stimuleren; is dan ook verheugd over de geplande evaluatie van de "Small Business Act" en de uitbreiding van het "Think Small First"-beginsel; benad
rukt de rol die het regionaal beleid ka ...[+++]n spelen bij de verdere integratie van de interne markt en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan de toegang tot EU-middelen voor met name kleine- en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken, aangezien zij de meest flexibele component van de Europese economie vormen; vestigt de aandacht op het belang van het plaatselijke bedrijfsleven voor de sociale banden, de werkgelegenheid en de dynamiek in achtergebleven gebieden, met name stedelijke agglomeraties met problemen of in dunbevolkte gebieden; dringt erop aan dat deze gebieden op passende wijze worden ondersteund in het kader van het regionaal beleid van de Unie;