Cette évolution entraînera de graves répercussions sur le nombre d’actifs que comptera l’EU-25, étant donné que la «part de la population en âge de travailler [.] dans la population totale devrait fortement diminuer [.], passant de 67,2 % en 2004 à 56,7 % en 2050, soit une chute [.] de 52 millions».
Dit zal ernstige gevolgen hebben voor het aantal werkenden in de EU-25, omdat het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking naar verwachting sterk afneemt: van 67,2procent in 2004 tot 56,7 procent in 2050, een daling van 52 miljoen.