Art. 16. § 1. Dès que des porcs d'une exploitation ont été vaccinés selon les dispositions de l'article 15, § 1, 2°, et que d'après les examens mentionnés à l'article 15, § 1, 3°, il apparaît qu'il n'y a eu aucun contact avec le virus de la maladie Aujeszky, le vétérinaire officiel lève l'interdiction d'approvisionnement vers l'exploitation examinée et reconnaît un statut Aujeszky au troupeau porcin en accord avec l'annexe de cet arrêté.
Art. 16. § 1. Van zodra op een bedrijf de varkens gevaccineerd zijn volgens de bepalingen van artikel 15, § 1, 2°, en uit het onderzoek vermeld in artikel 15, § 1, 3°, blijkt dat er geen contact is geweest met het virus van Aujeszky, heft de officiële dierenarts het aanvoerverbod naar het onderzocht bedrijf op en kent hij opnieuw een Aujeszky-statuut toe aan het varkensbeslag in overeenstemming met de bijlage van dit besluit.