Il a été précisé dans les travaux préparatoires : « Concernant les rapports entre les établissements cultuels et le pouvoir subsidiant, le décret ouvre la porte vers davantage de transparence et vers une plus grande concertation : les établissements cultuels ont l'obligation de transmettre à l'autorité subsidiante, une liste de toutes les décisions ayant un coût financier et non reprises au budget avec une possibilité de recours du pouvoir subsidiant auprès, soit du gouverneur, soit du Gouvernement selon le cas, sur ces décisions » (Doc. parl., Parlement wallon, 2013-2014, n° 965/1, p. 2).
In de parlementaire voorbereiding is gepreciseerd : « In verband met de betrekkingen tussen de eredienstinstellingen en de subsidiërende overheid maakt het decreet een grotere transparantie en meer overleg mogelijk : de eredienstinstellingen zijn ertoe verplicht aan de subsidiërende overheid een lijst mee te delen van alle beslissingen die een financiële weerslag hebben en die niet zijn opgenomen in de begroting, waarbij de subsidiërende overheid tegen die beslissingen beroep kan instellen voor ofwel de gouverneur, ofwel de Regering naar gelang van het geval » (Parl. St., Waals Parlement, 2013-2014, nr. 965/1, p. 2).