Art. 12. § 1. Les équipements visés à l'annexe A.1 qui sont conformes aux instruments internationaux pertinents et qui sont fabriqués conformément aux procédures d'évaluation de la conformité doivent porter le marquage apposé par le fabricant ou par son mandataire agréé établi dans la Communauté.
Art. 12. § 1. Op uitrusting als bedoeld in bijlage A.1, die voldoet aan de desbetreffende internationale instrumenten en overeenkomstig de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures is vervaardigd, moet door de fabrikant of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde het merk zijn aangebracht.