1. Les États membres veillent à mettre en place des mécanismes efficaces pour permettre aux travailleurs saisonniers de porter plainte contre leurs employeurs, directement ou par l’intermédiaire de tiers qui, conformément aux critères établis par leur droit national, ont un intérêt légitime à veiller au respect de la présente directive, ou par l’intermédiaire d’une autorité compétente de l’État membre si le droit national le prévoit.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat er doeltreffende instrumenten zijn die seizoenarbeiders kunnen gebruiken om klachten tegen hun werkgevers in te dienen, hetzij rechtsreeks, hetzij via derden die er overeenkomstig de door het nationale recht vastgelegde criteria een rechtmatig belang bij hebben toe te zien op de naleving van deze richtlijn, dan wel via een bevoegde autoriteit van de lidstaat, voor zover bepaald in het nationale recht.