4. Les États membres veillent à que l'organisme national de règlement des litiges visé au paragraphe 3, rende, en tenant dûment compte du principe de proportionnalité, une décision permettant de résoudre le litige porté devant ledit organisme en vertu du paragraphe 3, y compris la détermination, le cas échéant, de modalités, conditions et tarifs équitables et non discriminatoires.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 3 bedoelde nationale voor geschillenbeslechting met volledige inachtneming van het evenredigheidsbeginsel een besluit neemt om het overeenkomstig lid 3 voorgelegde geschil te beslechten, met inbegrip van het vaststellen van billijke en niet-discriminerende eisen, voorwaarden en, in voorkomend geval, prijzen.