La Cour Européenne de Justice en a pourtant décidé autrement dans un arrêt du 24 octobre 1989. Elle a en effet souligné "que la compétence qu"a la Commission d"exécuter le budget, n"est pas de nature à modifier la répartition des pouvoirs qui découle des différentes dispositions du Traité qui habilite le Conseil et la Commission à adopter des actes à portée générale ou à portée individuelle dans des domaines déterminés.et les dispositions institutionnelles des articles 145, 3ème tiret, et 155”.
Het Europese Hof van Justitie heeft echter een andersluidend besluit genomen in een arrest van 24 oktober 1989. Zij heeft immers onderstreept dat "de bevoegdheid van de Commissie om de begroting uit te voeren, geen wijziging brengt in de bevoegdheidsverdeling die voortvloeit uit de verschillende Verdragsbepalingen die de Raad en de Commissie machtigen om op bepaalde gebieden besluiten van algemene strekking of individuele besluiten te nemen, zoals het thans in geding zijnde artikel 43 en de institutionele bepalingen van de artikelen 145, derde streepje, en 155".