17. L'article 5, paragraphe 2, et l'article 6, paragraphe 3, point a), de la CEDH imposent aux autorités judiciaires d'informer tout suspect de la nature et de la cause de l'accusation portée contre lui afin qu'il puisse en comprendre les charges, de lui permettre de préparer sa défense[14]et de contester la légalité de sa détention[15].
17. Uit artikel 5, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), EVRM volgt dat de gerechtelijke autoriteiten een verdachte op de hoogte dienen te brengen van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging, zodat deze de beschuldigingen kan begrijpen en zijn verdediging kan voorbereiden[14] of de rechtmatigheid van zijn voorlopige hechtenis kan aanvechten[15].