Art. 3. Sont gelés les fonds et ressources économiques des personnes et entités qui commettent ou tentent de commettre des infractions terroristes, les facilitent ou y participent
, non visées par la Position commune 2001/931/PESC, par le Règlement (CE) n° 2580/2001 et par le Règlement (CE) n°881/2002,et reprises dans la liste en annexe, élaborée par le Comité ministériel du renseignement et de la sécurité sur base des évaluations de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace, après concertation avec l'autorité judic
iaire compétente et approuvée ...[+++] par le Conseil des Ministres.
Art. 3. Worden bevroren, de tegoeden en economische middelen van de personen en entiteiten die terroristische misdrijven plegen of pogen te plegen, ze vergemakkelijken of eraan meewerken, die niet beoogd worden door het Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB, door Verordening (EG) nr. 2580/2001 en door Verordening (EG) nr. 881/2002, en die vermeld worden op de lijst in bijlage, opgemaakt door het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid op basis van de evaluaties van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, na overleg met de bevoegde gerechtelijke overheid en goedgekeurd door de Ministerraad.