Une telle famille a, en principe, la possibilité de résider dans une « habitation personnelle », moyennant le respect de certaines modalités formulées dans une « convention » conclue avec l'Office des étrangers (article 74/9, § 3, alinéa 1, première phrase, et alinéa 2, de la loi du 15 décembre 1980, lu en combinaison avec l'article 74/9, § 1, de la même loi).
Een dergelijk gezin krijgt in beginsel de mogelijkheid om in een « eigen woning » te verblijven, mits bepaalde modaliteiten geformuleerd in een met de Dienst Vreemdelingenzaken gesloten « overeenkomst » in acht worden genomen (artikel 74/9, § 3, eerste lid, eerste zin, en tweede lid, van de wet van 15 december 1980, in samenhang gelezen met artikel 74/9, § 1, van dezelfde wet).