Il a finalement été décidé que « celui dont la reconnaissance émane ne pourrait plus la contester s'il a agi en connaissance de cause et même s'il n'est pas le père de l'enfant qu'il a reconnu. Toutefois, lorsque le consentement est entaché d'un vice, la contestation en vertu du droit commun sera toujours possible. Il faut noter, néanmoins, que les annulations pour vice de consentement sont très rares. Il est proposé, pour la clarté, de compléter le texte du premier alinéa par les mots suivants : 'à moins que celui-ci établisse un vice de consentement' » (ibid., pp. 101 et 102).
Uiteindelijk is besloten dat « degene die de erkenning heeft gedaan, deze niet meer zou kunnen betwisten wanneer hij met kennis van zaken heeft gehandeld, ook niet wanneer hij niet de vader van dat erkende kind is. Doch wanneer aan de toestemming een gebrek kleeft, zal de betwisting op grond van het gemeen recht ter z
ake steeds mogelijk zijn. Wel moet worden opgemerkt dat een vernietiging gegrond op een gebrek in de toestemming, zeer zelden voorkomt. Duidelijkheidshalve werd voorgesteld aan de tekst van het eerste lid de woorden toe te voegen : ' tenzij hij bewijst dat er aan zijn toestemming een gebrek kleefde' » (ibid., pp. 101 en 102)
...[+++].