15. souligne que le fait de
fonder les systèmes énergétiques des États membres de l'Union européenne sur leurs ressources énergétiques internes et leur capacité à accéder à ces dernières constitue un pilier fondamental de la sécurité énergétique de l'Union; estime que, dès lors, de ce point de vue, la solution la plus rationnelle consiste à ce que les États développent les technologies énergétiques
pour lesquelles ils possèdent du potentiel et de l'expérience et qui leur garantissent la continuité d'un approvisionnement énergétique stable, tou
t en respe ...[+++]ctant les normes en matière de préservation de l'environnement et du climat;
15. benadrukt dat energiesystemen die gebaseerd zijn op eigen, toegankelijke energiebronnen in de EU-lidstaten de hoeksteen vormen van de energiezekerheid van de EU; acht het vanuit dit oogpunt dan ook het meest rationeel dat de lidstaten energietechnologieën ontwikkelen die aansluiten bij hun potentieel en ervaring en die hun, met inachtneming van de milieu- en klimaatnormen, een continue en stabiele energievoorziening garanderen;