Une première réponse à la question posée devrait consister à dire que l'article 76, § 1, du Code de la T.V. A., interprété dans le sens où il n'autorise pas le Roi à porter atteinte au droit reconnu à toute personne de soumettre toute demande de paiement formulée par elle ou contre elle et toute retenue ou saisie dont elle est l'objet à un contrôle judiciaire effectif, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Een eerste antwoord op de gestelde vraag zou moeten luiden dat artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, in die zin opgevat dat het de Koning niet toestaat afbreuk te doen aan het recht van iedere persoon om elke vordering tot betaling die door of tegen hem is geformuleerd en iedere inhouding of beslag waarvan hij het voorwerp uitmaakt, aan een daadwerkelijke rechterlijke controle te onderwerpen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt.
