Il résulte de ce qui précède que le premier moyen, en sa deuxième branche, dans l'affaire n° 5558 et, le second moyen, en sa cinquième branche, dans l'affaire n° 5561, sont fondés en ce qu'ils portent sur le critère selon lequel un investissement supplémentaire n'est pris en considération, dans le cadre de la possibilité de prolongation réglée par l'article 7.1.1, § 1 , alinéa 4, du décret sur l'Energie, que si cet investissement a été réalisé avant que la période mentionnée dans les alinéas 2 et 3 de cette disposition ait expiré.
Uit het voorgaande volgt dat het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 5558 en het vijfde onderdeel van het tweede middel in de zaak nr. 5561 gegrond zijn in zoverre zij betrekking hebben op het criterium volgens hetwelk een extra investering slechts in rekening wordt gebracht, in het kader van de in artikel 7.1.1, § 1, vierde lid, van het Energiedecreet geregelde verlengingsmogelijkheid, indien die investering is uitgevoerd voordat de periode, vermeld in het tweede en derde lid van die bepaling, is verstreken.