Cet article prévoit en effet en son alinéa 1 qu'il ne peut être procédé à la saisie-exécution immobilière qu'après que le receveur, détenteur des rôles ou chargé du recouvrement d'impôts pour le compte de collègues, ait obtenu, par l'intermédiaire du directeur des contributions directes, l'autorisation du Ministre des Finances.
Dit artikel bepaalt namelijk in het eerste lid dat slechts tot uitvoerend beslag op onroerend goed kan worden overgegaan nadat de ontvanger, die in het bezit is van de kohieren of met de invordering van belastingen voor rekening van ambtgenoten belast is, door tussenkomst van de directeur van de directe belastingen daarvoor machtiging van de Minister van Financiën heeft verkregen.