Ce droit est cependant limité lorsque la personne privée de sa liberté doit passer la nuit dans une cellule de garde avant de comparaître devant le juge d'instruction, elle peut demander que son avocat ou un avocat désigné d'office lui rende visite, soit entre 20 heures et 21 heures, soit le lendemain entre 7 heures et 8 heures.
Dit recht is evenwel beperkt : wanneer een persoon die van zijn vrijheid is beroofd in een cel moet overnachten alvorens voor de onderzoeksrechter te verschijnen, kan hij verzoeken het bezoek te krijgen van zijn advocaat of van een ambtshalve aangewezen advocaat, hetzij tussen 20 en 21 uur, hetzij de volgende morgen tussen 7 en 8 uur.