Le ministre déclare que la Chambre a supprimé les mots « ou aurait dû raisonnablement avoir connaissance » de l'article 2262bis , § 1 , alinéa 2, proposé, parce que l'on ne voulait pas donner au juge un signal l'invitant à admettre trop facilement la présence de la connaissance nécessaire chez le créancier-victime et permettre ainsi au débiteur d'invoquer la prescription sans que le juge soit raisonnablement assuré que la victime avait connaissance du dommage et de l'identité de la personne responsable.
De minister verklaart dat de woorden « of redelijkerwijs kennis had moeten krijgen » door de Kamer uit het voorgestelde artikel 2262bis , § 1, tweede lid, werden weggelaten omdat men de rechter niet het signaal wilde geven dat hij te lichtzinnig bij het slachtoffer-schuldeiser de aanwezigheid van de noodzakelijke kennis zou aanvaarden zodat de schuldenaar de verjaring kan tegenwerpen zonder dat de rechter redelijke zekerheid heeft over het feit dat het slachtoffer kennis had van de schade en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon.