Art. 8. Sans préjudice des dérogations prévues par les articles VII. 173, VII. 174 et VII. 176 du CDE, un pr
êteur qui n'octroie plus de crédits mais se borne à gé
rer et liquider des crédits existants bénéficie, à condition
que ces crédits ne soient pas des ouve
rtures de crédit au sens de l'article I. 9, 49°, alinéa 1, du CDE, des dérogations suivantes aux condition
...[+++]s d'agrément et d'exercice déterminées au Titre 4, Chapitre 4, du Livre VII du CDE :
Art. 8. Onverminderd de afwijkingen bepaald in de artikelen VII. 173, VII. 174 en VII. 176 van het WER, geniet een kredietgever die geen kredieten meer toestaat maar enkel bestaande kredieten beheert en afwikkelt, op voorwaarde dat deze kredieten geen kredietopeningen zijn in de zin van artikel I. 9, 49°, eerste lid, van het WER, van volgende afwijkingen op de vergunnings- en bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden bepaald in Titel 4, Hoofdstuk 4, van Boek VII, van het WER :