Selon l'article 23 de l'arrêté royal du 20 juillet 1971, l'état d'incapacité de travail d'un travailleur indépendant peut être considéré comme s'étant maintenu pendant une période de six mois au maximum en faveur du titulaire qui, en vue de son reclassement et avec l'autorisation du médecin-conseil, entame l'exercice d'une autre activité indépendante, d'une activité d'aidant ou de toute autre activité professionnelle.
Volgens artikel 23 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 mag de arbeidsongeschiktheid van een zelfstandige geacht worden te hebben voortbestaan gedurende een periode van hoogstens 6 maand ten voordele van de gerechtigde die, met het oog op zijn herklassering en met de toelating van de adviserende geneesheer, een andere zelfstandige beroepsbezigheid, een activiteit als helper of om het even welke andere beroepsbezigheid aanvangt.