Ce dernier article indique aux 4º, 5º et 6º du paragraphe 1, alinéa 2 que les déclarants doivent vouloir « cohabiter légalement », avoir pris connaissance des articles 1475 à 1479 du Code civil, et, le cas échéant, avoir conclu une convention visée à l'article 1478.
In de onderdelen 4º, 5º en 6º van paragraaf 1, tweede lid, van het laatstgenoemde artikel wordt bepaald dat de declaranten de wil moeten te kennen geven om « wettelijk samen te wonen », dat ze kennis moeten hebben genomen van de inhoud van de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek en dat ze in voorkomend geval de overeenkomst bedoeld in artikel 1478 moeten hebben gesloten.