2. Nonobstant les dispositions prévues à l'article 2 de l'annexe VIII, le fonctionnaire entré en service avant le 1er mai 2004, qui reste en service après l'âge auquel il aurait acquis le droit à une pension d'ancienneté, a droit à une majoration du pourcentage de sa pension de base par année travaillée après cet âge, sans que le total de sa pension puisse excéder 70 % de son dernier traitement de base au sens, selon le cas, du deuxième ou du troisième alinéa de l'article 77 du statut.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 2 van bijlage 8 heeft de ambtenaar die vóór 1 mei 2004 in dienst is getreden en na de pensioengerechtigde leeftijd in dienst blijft het recht op een verhoging van zijn basispensioenpercentage per gewerkt jaar, zonder dat zijn totale pensioen meer kan bedragen dan 70 % van zijn laatste basissalaris, in de zin, naargelang van het geval, van de tweede of derde alinea van artikel 77 van het Statuut.