En conclusion, le caractère essentiellement économique de la construction communautaire, à l'époque où le Traité fut rédigé, explique pourquoi les principes de libre circulation et de non-discrimination, établis par le Traité originaire, ne s'appliquaient qu'aux personnes actives.
Omdat de Gemeenschap in de tijd dat het Verdrag werd opgesteld vooral economisch van aard was, zijn de beginselen van vrij verkeer en niet-discriminatie die in het oorspronkelijke Verdrag zijn neergelegd, alleen op personen van toepassing die een beroep uitoefenen.