La loi prévoit à cette fin deux voies d'accès à la magistrature : la première est « ouverte pour ceux qui ont une vocation immédiate et qui se destinent dès le départ à faire une carrière dans la magistrature »; ils peuvent participer à « un concours d'admission à un stage dans la magistrature, au terme duquel la nomination pourra intervenir » (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1565/10, p. 19).
De wet voorziet daartoe in twee toegangswegen tot de magistratuur : de eerste staat open voor diegenen die zich vanaf het begin aangetrokken voelen tot een carrière in de magistratuur; zij kunnen deelnemen aan een vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage, na afloop waarvan zij tot magistraat kunnen worden benoemd (Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. 1565/10, p. 19).