Dans le huitième moyen dans l'affaire n° 3872, la partie requérante soutient que l'article 14 de la loi du 3 juillet 2005 viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que les membres du personnel du cadre de base qui, à la date de création d'un corps de police locale, sont désignés à un emploi dans un service de recherche et d'enquête de la police locale ne pourraient acquérir la qualité d'officier de police judiciaire, auxiliaire du procureur du Roi, que pour la durée de cette désignation.
In het achtste middel in de zaak nr. 3872 voert de verzoekende partij aan dat artikel 14 van de wet van 3 juli 2005 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat de personeelsleden van het basiskader die, op de datum van de oprichting van een korps van de lokale politie, zijn aangewezen voor een betrekking in een opsporings- en recherchedienst van de lokale politie slechts voor de duur van die aanwijzing de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, zouden verwerven.