La Commission pourrait-elle expliquer pourquoi, alors que les Fonds structurels risquent de connaître un glissement vers l'Est, il est opportun de restreindre davantage la capacité des États membres à soutenir leurs propres régions et pourquoi, lorsqu'elle cherche à augmenter l'efficacité des aides d'État à finalité régionale tout en diminuant leur nombre, elle focalise son approche exclusivement sur l'égibilité et l'intensité plutôt que sur l'objectif plus évident de la rentabilité?
Kan de Commissie uitleggen waarom, juist nu waarschijnlijk een groter deel van de Structuurfondsen naar het oosten zal gaan, het vermogen van de lidstaten om hun eigen regio's te steunen, verder moet worden beperkt, en waarom de aanpak van de Commissie gericht op 'minder maar betere' regionale steun volledig is toegespitst op het aantal in aanmerking komende regio's en op de intensiteit van de steun, in plaats van op het meer voor de hand liggende criterium van doelmatigheid van de verleende steun?