Quand une province s'insurge contre le rétablissement, en 1999, d'un contrôle financier qu'elle-même et les autres provinces ont subi jusqu'en 1997, sans qu'il apparût que les intérêts dont elles ont la charge en pâtissent, encore doit-elle, pour les raisons exprimées en B.7., démontrer qu'elle risque d'être affectée défavorablement dans la poursuite de ces intérêts.
Wanneer een provincie zich verzet tegen de herinvoering, in 1999, van een financiële controle die zijzelf en de andere provincies tot in 1997 hebben ondergaan, zonder dat gebleken is dat de belangen die zij moeten verdedigen daaronder lijden, moet zij ook nog, om de in B.7 vermelde redenen, aantonen dat zij ongunstig kan worden geraakt bij het behartigen van die belangen.